Zoals in zovele steden en dorpen, waren in 's-Hertogenbosch nachtwakers aangesteld. Deze overheidsdienaren vielen onder de politie. Zo werd de schoenmakersknecht Johan Franciscus Henderson op 1 oktober 1862 door de gemeenteraad aangesteld als noodhulpnachtwaker, en op 1 juni 1868 bevorderd tot assistent-nachtwaker. Op 1 januari 1870 volgde zijn aanstelling tot nachtwaker, op een jaarsalaris van 200 gulden. Wegens een beenbreuk is hij op eigen verzoek op 1 november 1879 eervol ontslagen.1) In 1870 hebben de veertien nachtwakers die 's-Hertogenbosch rijk was, een fonds gesticht, waarin zij tesamen 28 gulden bijeen gebracht hadden. Wanneer een nachtwaker kwam te overlijden, dan kregen zijn nabestaanden 28 gulden uitgekeerd om de begrafenis te kunnen betalen. Iedere nieuwe nachtwaker moest f 28,== in termijnen aan het fonds betalen, welke regeling tot de reorganisatie van de politie en de nachtwakers in 1892 van kracht is gebleven. Henderson meende, dat hij in 1885 aanspraak kon maken op het bedrag van 28 gulden, en richt daartoe een rekest aan de burgemeester. Hij voert aan dat hij oud en gebrekkig is, en een zieke vrouw tot zijn last heeft. De burgemeester zendt dit rekest -nu voorzien van een certificaat van onvermogen- naar de commissaris van politie, om nadere informatie (omdat de aanvrager behoeftig is ontbreekt het verplichte zegel). Deze antwoordt op 4 juni 1885 dat het fonds alleen uitkeert, wanneer de deelhebber overleden is; derhalve kan aan Henderson het bedrag van 28 gulden niet uitgekeerd worden.2,3) B&W wijzen het verzoek dan ook af op 8 juni 1885.4) Een ander aspekt van de negentiende eeuwse samenleving vormde de grote consumptie van sterke drank. Werd een aanvraag tot vergunning om sterke drank in kleine hoeveelheden te mogen verkopen gedaan, dan volgde een uitgebreid antecedenten onderzoek van de aanvrager. Zo vraagt Wilhelm Scheffer in november 1884 een vergunning aan voor het verkopen van sterke drank in het klein in het pand Windmolenbergstraat E 38 te 's-Hertogenbosch.5) Wilhelm is echter op resp. 28 september 1883, 23 maart 1884 en 15 september 1884 bekeurd wegens openbare dronkenschap en hiervoor onherroepelijk veroordeeld. Hoewel de commissaris van politie, die de inlichtingen verstrekt heeft, mededeelt dat Scheffer reeds enige tijd het beroep van tapper in bovengenoemd perceel uitoefent, besluiten B&W op 17 december 1884 de vergunning te weigeren op grond van de wet van 28 juni 1881.6,7) Wilhelmus Hendrikus Hendriks, verwersknecht, 36 jaar oud, verzoekt op 15 mei 1885 aan B&W om een vergunning te verlenen om sterke drank in kleine hoeveelheid te mogen verkopen; hij woont dan vier weken in 's-Hertogenbosch.8) Bij vonnis van de krijgsraad te 's-Hertogenbosch op 18 juli 1873, is Hendriks wegens desertie vervallen verklaard van de militaire stand en veroordeeld tot twee jaar kruiwagenstraf. Hij is veroordeeld wegens desertie in tijd van vrede. Op 23 mei 1885 deelt de commissaris van politie desgevraagd mede, dat, hoewel de aanvrager zich sedert zijn vestiging te 's-Hertogenbosch onberispelijk gedragen heeft, hem toch de vergunning geweigerd dient te worden. Hij is vervallen verklaard van de militaire stand, en dus niet in het genot van zijn burgerlijke rechten en burgerschapsrechten. De zienswijze van de Officier van Justitie te 's-Hertogenbosch op 3 juni 1885 is, dat de straf niet als crimineel is aan te merken. Desertie is een zuiver militair feit. Ook de auditeur-militair bij de krijgsraad te 's-Hertogenbosch is van oordeel dat het militaire vonnis de vergunning tot verkoop van sterke drank niet in de weg staat. Op 22 augustus 1885 wordt Hendriks in kennis gesteld van de weigering van de vergunning. | 141 |
De Commissaris des Konings in Noord-Brabant deelt op 12 september 1885 aan B&W mede, dat Hendriks binnen 14 dagen na het bekendmaken van de weigering in protest tegen het besluit had kunnen gaan.9,10) Een ander aspect van de wetgeving demonstreert het volgende: J.C. Vermeer, meester-broodbakker, maakt in augustus 1885 bekend dat hij in het pand Vughterendijk I 43 de broodbakkerij wil uitoefenen. Hij huurt dit pand van C. Dankers, meester-broodbakker, die vroeger te 's-Hertogenbosch gewoond heeft, doch thans te Antwerpen verblijft. Dankers werd op 8 april 1873 toestemming verleend tot uitoefening van zijn beroep in bovenvermeld perceel. De bakkerij wordt echter sedert 1878 niet meer als zodanig gebruikt, alhoewel in tact gebleven. B&W deelt op 27 augustus 1885 mede dat op grond van de wet van 2 juni 1875 een nieuwe vergunning aangevraagd dient te worden.11,12) Vermeer besluit hiertoe, en hem wordt dan ook op 5 oktober 1885 de gewenste vergunning verleend.13) | 142 |
Noten | |
1. | Aanvulling oud-archief politie, nr. 6 folio 141, G.A. 's-Hertogenbosch. Bij zijn conduitestaat is later bijgeschreven: heeft f 28,== ontvangen. |
2. | De commissaris van politie te 's-Hertogenbosch beheert dit fonds. Ee gelden zijn op een spaarbankboekje bij de spaarbank te 's-Hertogenbosch gestort. Het saldo bedraagt in 1885 f 200,04. |
3. | Jan Franciscus Henderson, wiens vader uit Breda kwam, is te 's-Hertogenbosch geboren op 22-12-1822 en aldaar overleden 16-8-1887. Hij woonde in de Diepstraat en was toen schoenmaker. Hij trouwt te 's-Hertogenbosch 4-11-1854 met Petronella Adriana Bouwels, geboren aldaar 18-5-1821, overleden 's-Hertogenbosch 17-4-1887. Dit echtpaar was kinderloos. |
4. | Ingekomen stukken 1885, agenda 420 en 424, G.A. 's-Hertogenbosch. |
5. | Ingekomen stukken 1885 agenda 521. |
6. | Wet tot regeling van den kleinhandel in sterken drank en de beteugeling van openbare dronkenschap (Staatsblad 1881, nr. 97). |
7. | Op grond van art. 22 en 23 van deze wet: hij is de laatste twee jaar meer dan tweemaal onherroepelijk veroordeeld, de vergunning wordt dan geweigerd. |
8. | Ingekomen stukken 1885 agenda 521. |
9. | Idem agenda 651. |
10. | Of Hendriks in beroep is gegaan kon uit de aanwezige stukken niet vastgesteld worden. |
11. | Ingekomen stukken 1885 agenda 667. |
12. | De wet van 2-6-1875: regeling van het toezicht bij het oprichten van inrichtingen die gevaar, hinder of schade kunnen opleveren, bepaalt dat voor een inrichting die vier jaar heeft stilgestaan, een nieuwe vergunning aangevraagd moet worden. |
13. | Ingekomen stukken 1885 agenda 750. |